top of page
ONZE RIJKE GESCHIEDENIS

Wat voor mij zo belangrijk was, kan voor velen een inspiratiebron zijn. 1592 was bijvoorbeeld het jaar dat het voor mij allemaal begon en 1870 was een jaar als nooit tevoren. 1879 was het jaar van de verlichting en in 1887 verwelkomde ik een jongen met blauwe ogen. Ik ben gevormd door alles wat ooit was, geprezen tot ver over de grens en geliefd om wat ik tot nu toe altijd ben geweest en nog vele jaren zal blijven ...

Ik ben 'Die port van cleve.'

Opening 1870
In 1868 bereikten de gebroeders Hulscher een overeenkomst met de heer GA Heineken,

eigenaar van bierbrouwerij 'De Hooiberg', een traditioneel gebrouwen bier dat al in de annalen van 1675 werd genoemd. Onder de naam 'Gebroeders Hulscher' openden ze een bierhuis aan de Nieuwezijds Voorburgwal, gelegen achter de brouwerij. Daarom moesten de twee aangrenzende pakhuizen worden herbouwd.

 

Bij deze verbouwing is een oude tableau in een muur gevonden. Op deze tablet stond een voorstelling van verschillende gebouwen in Oud-Neurenberg-stijl, met het opschrift: 'Die Port van Cleve'. De gebroeders Hulscher besloten het nieuwe bierhuis naar dit tableau te vernoemen. De naam verwijst naar een versterkte stad uit de middeleeuwen.

 

Op 5 september 1870 werd het bierhuis officieel geopend en vanaf het eerste moment was het elke avond druk. In dit bierhuis werd alleen bier gebrouwen dat in brouwerij 'De Hooiberg' gebrouwen werd en dat van uitstekende kwaliteit was. Een locatie zo groot als Die Port van Cleve was een nieuw begrip in Amsterdam.

Het bierhuis werd goed bezocht. De goede naam 'De Poort' verspreidde zich snel door Nederland.
Bekend
kleinelement met biefstuk.png

Overal in het land werden bier- en koffiehuizen geopend met de naam 'Die Port van Cleve'. In augustus 1872 maakten de gebroeders Hulscher in een advertentie bekend dat andere bedrijven met deze naam niets te maken hadden met hun product in Amsterdam. Ze dachten dat het succes van Die Port van Cleve op die manier een slecht product met zich meedroeg.

 

Tegelijkertijd werd een ander punt bewezen. Niet alleen de lokale bevolking was dol op 'De Poort', maar het was ook erg aantrekkelijk voor alle bezoekers van Amsterdam. Zelfs provincialen voelden zich zeer op hun gemak en verspreidden het woord door het hele land, als een bezienswaardigheid in de hoofdstad. 'Die Port van Cleve' kreeg grote erkenning, zonder echt georganiseerde reclame. Bij speciale gelegenheden kregen ze aandacht door buitengewone activiteiten te organiseren.

 

In mei 1874, tijdens het vieren van de 25e regering van koning Willem III, was de hele gevel bedekt met een enorm houten hek, versierd met 7500 lampen. Deze lampen leken op het oorspronkelijke gebouw 'Die Port van Cleve' zoals getoond op de oude tablet.

Genummerde steaks
Ondertussen werd er aan 'Die Port van Cleve' een eetgelegenheid toegevoegd. De wereldberoemde steaks verschenen

en zelfs gedeeltelijk overschaduwd over de faam van de Hooiberg. Tijdens het feest in mei 1874 was het druk en de vraag naar steaks en hakken was enorm. Toch was de zaal om zeven uur gesloten, omdat alle handen nodig waren om de kaarslichten te verlichten.

 

Uiteindelijk is brouwerij 'Hooiberg' verhuisd naar de 'Buitensingel' in Amsterdam, nu bekend als de 'Stadhouderskade', waar de huidige brouwerij 'Heineken' is ontstaan. Omdat de grachten vol waren en er dus geen transport mogelijk was, werd verhuizen noodzakelijk.

 

In 1876-1877 werd de achterkant van het gebouw volledig gerenoveerd. Deze renovatie bood ruimte voor een veel grotere keuken, de benodigde afdelingen en voorzieningen.

In januari 1879 waren grote feesten gepland voor de intrede van koning William en zijn echtgenote koningin Emma.
Eerste elektrische verlichting

De gebroeders Hulscher hebben voor deze gelegenheid een geweldig project ontworpen. Hoewel het feest was afgelast, ging het project door. In de eerste week van februari werd 'Die Port van Cleve' elke avond elektrisch verlicht. De mensen hoorden in die tijd al veel over elektrische verlichting, maar zagen het nog nooit eerder in zo'n inrichting worden gebruikt. Daarom trok dit project een groot aantal mensen van overal aan.

 

Vanaf dat moment werd 'De Poort' letterlijk aangevallen. Men moest een biertje en eten drinken onder de felle elektrische verlichting.

De burgemeester en zijn schepenen waren op de hoogte van deze nieuwigheid, opgemerkt door de hele gemeenschap. Overal in Nederland reisden fabrikanten en eigenaren van grote bedrijven naar Amsterdam om dit beroemde licht te zien. Het was een duur project, maar dat kon de gebroeders Hulscher niet afschrikken. Hiermee bewezen ze hun vooruitstrevende (zakelijke) geest.

Dames toegestaan
Aan het einde van de 19e eeuw was het niet gebruikelijk dat dames koffiehuizen binnengingen, het was zelfs onfatsoenlijk.

'Die Port van Cleve' bracht daar verandering in; achter het gebouw, omgeven door hoge huizen, was een binnenplaats verborgen. Dit hofje heette 'Het Tuintje'. Tijdens de zomermaanden was deze kleine tuin gevuld met mensen. De roep van vreugde zorgde er zelfs voor dat de trouwe bezoekers hun vrouw en kinderen naar deze tuin brachten. Zelfs vooraanstaande dames uit de stad kwamen kijken. Helaas werd het tuintje op 1 september 1885 voor onbepaalde tijd gesloten. Het moest worden opgeofferd om de ruimte beter te kunnen benutten.

 

In 1888 werden in- en externe veranderingen doorgevoerd. De gevel werd volledig gerenoveerd in de Nederlandse neorenaissance stijl, met zandsteen, baksteen en hoge ramen. Dit architectonisch ontwerp kwam van de Amsterdamse architect Isaac Gosschalk. Gosschalk stond ook bekend om het ontwerp van de Westergas fabriek en het Centraal Station van Groningen.

 

Grote veranderingen werden ook in de keuken- en restaurant doorgevoerd. Afgezien van het extra licht van de grote ramen, veranderde de grote eetzaal niet veel en zorgden de trouwe bezoekers er toch voor dat ze zich thuis voelden.

Door de gebroeders Hulscher werd een nieuw gebouw aangekocht, het gebouw naast 'De Poort', Bodega 'De Blauwe Parade'
Bodega openen

die op 3 juli 1880 werd geopend. Een grote tegeltableau werd ontworpen door de directeur van het Rijksmuseum. Het tegeltableau werd in 1887 geproduceerd door Joost 't Hooft & Labouchere en A. Le Comte, van' Koninklijke Porceleyne Fles 'in Delft.

 

Het tableau toont een parade van kinderen en simuleert de historische triomfen uit de Gouden Eeuw ter ere van keizer Maximiliaan. De keizer is te herkennen aan zijn kroon en de drie kruizen op zijn borst. Tegenwoordig zijn de kruisen nog steeds zichtbaar in het Amsterdamse stadsteken. Ze staan ​​voor heldendom, vastberadenheid en barmhartigheid. In de Bodega werden mediterrane wijnen, opgeslagen in de wijnkelder en geserveerd.

 

'De Poort' had niet alleen wijnen in opslag voor eigen gebruik, het bedrijf bezat ook een brede wijnmakerij. 'De Poort' had een directe verbinding met bekende wijnhuizen in Porto, Cadix en Jerez de la Frontera voor verschillende port wijnen en sherry wijnen.

 

Na veel veranderingen in de eerste periode is 'De Poort' jarenlang hetzelfde gebleven. Tot in 1910, rond het 40-jarig jubileum, werd er een grote verandering doorgevoerd onder de nieuwe tijd en aan degenen die hun comfort op prijs stelden. De bovenverdieping is omgebouwd tot een modern restaurant, volgens de laatste eisen en met een eigen keuken. Traplopen was niet nodig, want er werd een lift geïnstalleerd naar het Franse restaurant. Het interieur was erg elegant, met tapijten, wit tafellinnen en moderne verwarming. De sfeer was heel ontspannen. Zelfs de obers zorgden ervoor dat de gasten niet gestoord werden, ze bewogen zich geruisloos met beleefde gebaren en spraken in een speciale Franse keukentaal.

De echo
Het eethuis 'De Poort' systeem, bedoeld om zo snel mogelijk het beste eten te serveren. De snelheid van de bestelling was erg belangrijk.

Na het bestellen schreeuwde de ober dit zo luid mogelijk. De ober achter het buffet herhaalde de bestelling naar de keuken en herhaalde het zonder een woord te missen. Na de bereiding in de keuken werd de hele bestelling teruggekaatst naar het restaurant.

 

Stel je voor..., een kamer vol mensen die wachten om te bestellen. Al die bestellingen schreeuwden door de kamer door obers en echoden de keuken in, voordat ze snel werden voorbereid en geserveerd. Men zou een indruk kunnen krijgen van het lawaai en het gezellige gerucht dat hierdoor wordt veroorzaakt.

In deze levendige kamer aten verfijnde effectenmakelaars en handelaren samen met de lokale bevolking, boeren
Gelijkheid

en provincialen. Iedereen was gelijk; er waren geen verschillen in rangen. In die tijd hadden mensen geen haast. Maar elke keer dat een persoon klaar was, werd zijn plaats al snel weer ingenomen met de volgende persoon. In de spits kon een tafel vier keer worden gebruikt. Nergens anders dan in 'De Poort' werd de oorspronkelijke Duitse gewoonte gebruikt: iedereen werd naast elkaar geplaatst. Zonder te vragen zaten vreemden naast elkaar, zowel mannen als vrouwen.

 

Veel gasten hadden herhaaldelijk dezelfde tafel en wilden bediend worden door hun eigen ober. Hij wist wat de gasten wilden. Ze hoefden niet eens meer te bestellen. Van tandenstoker tot een aperitief of een bepaalde krant, de ober wist het en herinnerde het zich. Iedereen genoot van de plek en de fantastische steaks met aardappelen en eieren.

 

Het geheim van deze bijzondere steaks ligt in het feit dat ze op turfvuur zijn bereid. In 'De Poort' werden alle steaks vakkundig bereid en direct uit de koekenpan geserveerd.

 

Het belangrijkste element in 'De Poort' is niet te vergeten: de ober. Deze man stond in direct contact met de gasten en vervulde een belangrijke rol. Hij behandelde zijn gasten vertrouwelijk en kende ze allemaal uit hun hoofd. Toch leerde hij ze nooit kennen. De ober werkte gretig en snel, zoals gebruikelijk in 'De Poort'. Geen van deze obers werkt hier meer, maar de geest en traditie leeft nog steeds.

 

Er waren niet alleen spitsuren in 'De Poort'. Het was korte tijd druk, daarna werd het relatief stil. Vooral tijdens de koffietijd en in de late namiddag was het stil.

Eerste Wereldoorlog
Helaas was er een periode die niet veel prettige herinneringen achterliet.

Die Port van Cleve heeft tijdens de oorlogsjaren 1914-1918 een minder voorspoedige tijd doorgemaakt. Vooral tijdens de distributie ging het van kwaad tot erger. 'De Poort' zonder steaks was niet langer De Poort. Deze periode duurde 5 maanden. Boter was er ook niet, maar zolang het mogelijk was, bleef de chef in De Poort bakken, alleen met eigen rantsoen. Nog steeds elke dag, maar alleen tot lunchtijd.

 

Als vervanger voor de biefstuk werden allerlei soorten vis afgeleverd en wat officieel slachtafval werd genoemd, waaronder tongen, lever en vis. In de keukens hebben de koks wonderen verricht en voortdurend nieuwe gerechten ontwikkeld. Voorbeelden waren gebakken eieren met nieren en niergerechten. In plaats van echt vlees werd corned beef en ander ingeblikt voedsel geserveerd.

 

Op veel verschillende manieren hebben ze ervoor gezorgd dat het bedrijf zo goed mogelijk bleef draaien.


Vaste bezoekers waren echter regelmatig teleurgesteld als ze met deze bijzondere gerechten werden geconfronteerd. Vreemd genoeg zijn er in die tijd veel voedingsmiddelen ontwikkeld, die tegenwoordig als delicatessen worden beschouwd.

Wanneer je tegenwoordig Die Port van Cleve bezoekt, voel je nog steeds de sfeer van historische tijden.
Hotel met geschiedenis

Binnen de historische kaders hebben de ontwikkelingen zich voortgezet. Moderne faciliteiten en elementen zijn smaakvol geïntegreerd in de historische architectuur van het gebouw. De combinatie van geschiedenis, gastvrijheid en persoonlijke service blijft voortleven in Hotel Die Port van Cleve en verzekert elke gast van een buitengewoon verblijf in de bruisende stad Amsterdam.

bottom of page